Loading

Emilie Ganderup vd. Kaaij de vrouw achter de beelden bij Maestro Jules Onthult

Interview door: Marie-Antoinette Bäckes

Emilie, jij bent de ontwerper van de beelden en symbolen die wij bij de concerten op het scherm zien. Hoe is dit zo gekomen?

Bij het allereerste concert van Maestro Jules Onthult vatte Jules samen met het Gelders Orkest het plan op om tijdens zijn uitleg beelden te projecteren en deze beelden terug te laten komen tijdens het concert zelf. Die beelden bleken een enorme meerwaarde te geven aan de formule. Jules heeft die eerste keer zelf de beelden gemaakt en vroeg mij om ze tijdens het concert door te schakelen. Het doorschakelen doe ik nog steeds, maar sindsdien maak ik ook de beelden.

Ik heb geen grafische achtergrond maar een conservatoriumopleiding met hoofdvak viool. Oorspronkelijk kom ik uit Denemarken en ben naar Nederland gekomen voor mijn studie. Al snel kwam ik als violiste in het Philips Symfonie Orkest waar Jules nu meer dan 30 jaar voor staat. Tijdens mijn studie liep ik stage bij zijn ‘Maestro Orkestproducties’. Later werd ik productieleider bij het Maestro Jules Orkest. Van de ene klus kwam de andere en nu werken wij al 5 jaar samen aan het Maestro Jules Onthult project.

Wat heb je zien veranderen in de afgelopen jaren?

Het concept zelf is niet veranderd, de naam wel en wij proberen ieder keer om onszelf te verbeteren. Zelf word ik natuurlijk steeds handiger in het maken van de symbolen. En de verhalen van Jules hebben in de loop van de jaren een betere opbouw gekregen. Qua beeld is de grootste verandering het toevoegen van de notenbalk onderaan de scherm. Daar zijn wij heel blij mee, omdat het overzicht over het stuk geeft. Uiteraard leren we ook steeds meer wat wel en wat minder werkt.

Hoe werkt dat dan? Hoe komt een concert tot stand?

Dat is een langer proces. Het begint bij ieder nieuw stuk dat op het programma staat met de research over de componist en het stuk. Daar steekt Jules heel veel werk in. Hij beslist daarna welke verhalen hij wil vertellen en welke fragmenten hij voor de pauze wil laten horen. Ik begin dan met een andere taak van mij: partijen maken voor de musici met de te spelen fragmenten. Aan de hand van wat Jules wil vertellen, probeer ik daarna symbolen te maken die daarbij passen. Hij heeft dan meestal alleen nog maar een thema voor het verhaal in zijn hoofd en wij hebben vaak voor één symbool samen een hele brainstormsessie om tot een idee te komen. Maar soms is het ook heel voor de hand liggend en kan ik meteen aan de slag met tekenen.

Daarnaast bewerk ik alle foto’s van de componist, maak ik statistieken en geef ik vorm aan broodroostervragen….

Tijdens de concerten zit ik aan de knoppen om de beelden te projecteren. Dus is het belangrijk dat ik precies weet wanneer ik dat moet doen. Een paar weken voor ieder concert is er een try-out met een beperkt publiek, zonder orkest. Ik hoor dan voor het eerst het hele verhaal. In de dagen daarna oefenen we met een soort ‘doorloop’: Jules oefent het onthouden van zijn verhaal door cues te noemen, waarbij ik ervaring op doe met wanneer ik wat moet doen.

In de tussentijd gaat Jules steeds door met zijn research. Er kan dan nog op het laatste moment iets veranderen. We waren een keer op weg naar Zutphen, we zouden die avond één van de symfonieën van Beethoven spelen. Jules las onderweg ergens dat het verhaal rond ging dat Beethoven niet in Bonn maar in Zutphen geboren zou zijn… en ik ben ter plekke aan de slag gegaan om een foto van Zutphen te bewerken in de stijl van de andere beelden.

Kun je een beeld of symbool herinneren, dat jou veel moeite heeft gekost?

Ja, dat weet ik nog wel. Dat was bij de Vijfde Symfonie van Sjostakovitsj. Jules komt vaak met een gevoel dat ik moet uitbeelden. Dat was nu ook. Het ging over eenzaamheid. En daarna over de verandering in een heftige eenzaamheid die een mens kan verteren. Zo’n gevoel is moeilijk in beeld te vatten zonder te overdrijven.

Ik heb heel lang nagedacht wat dit moest zijn. Uiteindelijk kwam ik uit op een heel klein silhouet van een mens op een verder groot leeg scherm. De overgang naar heftige eenzaamheid werd het inzoomen op dat silhouet, totdat het hele scherm donker werd.

En hoe is het om tijdens de concerten de beelden op het scherm te projecteren?

In het begin had ik een heel script voor mij, nu is het gemakkelijker om Jules in de gaten te houden wanneer hij wat gaat zeggen. Tijdens het concert (het deel na de pauze) heb ik een partituur gemarkeerd en lees ik mee, zodat alles precies op het moment dat het gespeeld wordt in beeld komt. Ik ben daarin heel perfectionistisch, het moet goed zijn. Als het niet klopt, kan het de beleving van de muziek verstoren en dat wil ik niet.

Ik kan heel zenuwachtig zijn voor een concert. Dat merk ik al de dag ervoor of als ik ’s ochtends opsta. Zodra het concert begonnen is, is dat voorbij en ben ik heel gefocust. En achteraf ben ik altijd heel moe en blijf ik ook nog wel nerveus, totdat ik de eerste mensen spreek die een reactie of compliment geven. Daarna ben ik vooral blij.

Heb jij een favoriet stuk?

Als je Leonard Bernstein naar zijn of haar lievelingsstuk vroeg, was het antwoord vaak: het stuk dat op dat moment op de lessenaar stond. Zo is het ook voor mij. Jules en ik zeggen dus ook meestal na afloop van een concert tegen elkaar: ‘Dit was het beste dat wij hebben gemaakt’.

En tot slot Emilie, wat zijn voor jou tijdens het concert spannende momenten?

Als het anders loopt dan verwacht. Jules vertelt alles uit zijn hoofd en in de concertzaal is er voor hem geen houvast: geen autocue, geen spiekbriefjes... Heel soms vergeet hij toch iets, waarvan ik weet dat hij het belangrijk vindt. Dan probeer ik tijdens zijn verhaal, als hij zich even naar het orkest keert en het scherm kan zien, snel een beeld te projecteren waardoor hij zich bewust is van zijn vergissing. Het werkt niet altijd. Maar als het lukt en Jules het oppakt in zijn verhaal, ben ik supertrots!’

Created By
Marie-Antoinette Bäckes
Appreciate

Credits:

Marcel van der Kaaij